In de zorg gebruiken we de term Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) om aan te geven in hoeverre iemand nog zelfredzaam is.
Hierbij valt te denken aan:
- hoe komt iemand in en uit bed,
- is aan en uitkleden nog mogelijk,
- in welke mate gaat eten en drinken zelfstandig,
- hoe verloopt het medicijn gebruik,
- is bewegen en lopen mogelijk,
- is praten mogelijk,
- hoe gaat men naar het toilet.
Er wordt gekeken waarin de cliënt in staat is om deze verrichtingen zelf te kunnen uitvoeren en of er extra hulpmiddelen of zorg nodig is.
Voorbeelden van extra hulpmiddelen zijn:
- toiletverhoger,
- aangepast bestek,
- aangepast bed,
- rolstoel, rollator of wandelstok enz.,
- hulpmiddel om steunkousen aan/ uit te doen.
